bommelwoord
[neologisme of ex-neologisme] bommelwoorden zijn bestaande Nederlandse woorden die je op meer dan één manier kunt lezen of uitspreken. Bommelwoord komt van bommelding, dat zowel een bom-melding kan zijn als een bommel-ding: een verwijzing naar de taal van heer Bommel in de verhalen van Marten Toonder. Ik wist niet dat het bommelwoorden werden genoemd, maar ik heb nog een paar voorbeelden bij elkaar gezocht
be-amen en beamen
bedel-en en be-delen
be-neveld en bene-veld
bisschops-mijter en bisschop-smijter
bom-melding en Bommel-ding
De-venter en deven-ter
dijk-ramp en dij-kramp
drug-smokkel en drugs-mokkel
ge-sprek en gesp-rek
kassa-lade en kas-salade
kerst-omaatje en kers-tomaatje
verf-rommel en ver-frommel
min-ister en mini-ster
ne-geren en neger-en
week-lagen en wee-klagen
wets-taal en wet-staal
En zo zijn er nog heel veel woorden, daar kun je volgens mij een hele site mee vullen.